In de schappen van elke drogisterij kunnen consumenten voedingssupplementen vinden. Als het gaat om vitaminesupplementen, zien we dat vooral vitamine B, C en D veel gebruikt worden. Ook supplementen met een vitaminemengsel (multivitaminen) doen het erg goed. Vergeleken hierbij komt vitamine A er bekaaid van af. In dit artikel gaan we daarom in op het belang van deze vitamine. Bovendien verstrekken we adviezen over het toevoegen van vitamine A-supplementen aan het assortiment van uw drogisterij.
Tekst: Sander de Goede
Basisinfo over vitamine A
Vitamine A (ook wel retinol genoemd) is één van de vier vitaminen die vetoplosbaar zijn. Dit houdt in dat er vet benodigd is voor het opnemen van deze vitamine. Verder is het lichaam in staat deze vitamine op te slaan, wat meestal gebeurt in de lever en in de weefsels. Het is dus mogelijk om een overschot op te bouwen van deze vitamine.
Waarom is vitamine A belangrijk?
Het is voor elk mens van groot belang om genoeg vitamine A binnen te krijgen. Wanneer men er structureel voldoende van inneemt, levert dat een aanzienlijke bijdrage aan een gezonde huid en nagels. Mede daardoor wordt het afweersysteem versterkt. Verder zorgt vitamine A
voor een juiste opbouw van de haarvaten, een goede gezondheid van alle lichaamscellen, een normale werking van de ogen en het tegengaan van nachtblindheid. Een chronisch en langdurig tekort aan deze vitamine kan op termijn zelfs leiden tot permanente blindheid.
In welk voedsel komt vitamine A voor?
Vitamine A komt veruit het meest voor in dierlijke producten. Vooral lever is een ware vitamine A-bron. In betrekkelijk kleine hoeveelheden lever zit al genoeg retinol voor een hele dag. Andere goede dierlijke bronnen van deze vitamine zijn vis, eidooier, zuivelproducten en diverse soorten vlees(waren). Daarnaast wordt er vaak kunstmatig vitamine A toegevoegd aan boter en bak- en braadproducten. Behalve uit dierlijke producten kan het menselijk lichaam ook uit plantaardig voedsel vitamine A opnemen. Het is dan zaak etenswaren te consumeren met bètacaroteen. Dat is een stof die door het lichaam kan worden omgezet in vitamine A. Bètacaroteen wordt daarom ook wel provitamine A genoemd. Voorbeelden van producten met veel bètacaroteen zijn sinaasappels, mandarijnen, wortels, koolsoorten, groene bladgroenten, pompoenen en oranje en paarse bataten (zoete aardappelen). Het innemen van dierlijke producten leidt veel sneller tot de vorming van genoeg vitamine A in het lichaam. Uit vlees en zuivel neemt men deze vitamine namelijk ‘rechtstreeks’ op. Ter vergelijking: uit groenten en fruit moet men minimaal 12 microgram bètacaroteen innemen om daar 1 gram vitamine A uit te halen. Daar staat tegenover dat een goed functionerend lichaam bètacaroteen naar behoefte omzet in vitamine A. Deze omzetting gebeurt dus in principe niet als er al genoeg vitamine A aanwezig is in het lichaam.
Overschot ongewenst
Aangezien het lichaam vitamine A kan opslaan, is het mogelijk dat er overschotten ontstaan. Iemand moet wel structureel te veel vlees, zuivelproducten en/of voedingssupplementen
consumeren om zo’n overschot te veroorzaken. Een overschot is zeer onwenselijk: het kan namelijk leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en vermoeidheid op de korte termijn. Op de langere termijn zijn zelfs afwijkingen aan de huid, de ogen en het skelet mogelijk. Daarnaast moeten zwangere vrouwen waken voor te veel vitamine A, om afwijkingen bij de baby te voorkomen.
Waarom supplementen verkopen?
In drogisterijen is het aanbod aan vitamine A-supplementen zeer beperkt. Dit bescheiden aanbod kan verklaard worden door de gevaren die een overschot aan deze vitamine teweegbrengt. Als drogist wilt u natuurlijk niet dit gevaar in de hand werken. Tegelijkertijd zijn er waarschijnlijk veel mensen met een tekort aan vitamine A. Mede als gevolg van een beter bewustzijn van de milieuproblematiek, hebben velen besloten om minder dierlijk voedsel te eten. Sommige mensen besluiten er een vegetarisch of veganistisch voedingspatroon op na te houden. Verder zijn er talrijke personen bij wie de omzetting van bètacaroteen naar vitamine A niet goed verloopt. Zo’n matige omzetting kan worden veroorzaakt door problemen in het darmstelsel, een tekort aan bepaalde mineralen of een matig functionerende lever en/of schildklier. De conclusie hiervan is dat met name de groeiende groepen aan flexitariërs, vegetariërs en veganisten er baat bij kunnen hebben af en toe een vitamine A-supplement in te nemen. Dit geldt in het bijzonder voor mensen die bètacaroteen onvoldoende kunnen omzetten in vitamine A.
Hoe biedt u vitamine A-supplementen aan?
Wanneer u als eigenaar of uitbater van een drogisterij besluit vitamine A-supplementen toe te voegen aan het assortiment, dient u dit op zorgvuldige wijze te doen. Consumenten moeten profijt hebben van deze supplementen en hier verder geen nadelige gevolgen van ondervinden. Om dit te bewerkstelligen hebben we de volgende adviezen voor u:
• Bied supplementen aan die niet voorzien in honderd procent van de dagelijkse behoefte per tablet. Zet bijvoorbeeld in op supplementen die vijftig procent van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine A bevatten. Dit verkleint het risico op een overschot aan deze vitamine aanzienlijk.
• Kies bij voorkeur voor supplementen met direct opneembare vitamine A, en dus niet met bètacaroteen. Dit omdat veel mensen bètacaroteen niet goed genoeg kunnen omzetten in vitamine A.
• Communiceer duidelijk – bijvoorbeeld via etiketten, verpakkingen, folders en/of informatie op uw website
– op welke manier consumenten verstandig omgaan met deze supplementen