Handen zijn voor veel mensen een visitekaartje. Bij verzorgde handen horen ook schone en nette nagels, eventueel voorzien van een laagje lak. Nagellak verfraait en verstevigt of beschermt zowel natuurlijke als kunstnagels. Het aanbod van merken en kleuren nagellak is enorm, van trendy nude tot zwart of klassiek rood – en alles daartussenin. De keuze is vooral een kwestie van smaak en wordt ook wel bepaald door de rest van je look en de gelegenheid. Hoe is nagellak ontstaan, wat is het eigenlijk en hoe krijg je het weer van je nagels af?
Tekst: Michelle van der Harst
Vroeger en nu
Door de jaren heen dienden verschillende mengsels als nagellak. Zo maakten Chinese vrouwen rond 3000 voor Christus hun lak van Arabisch gom, gelatine, bijenwas, eiwitten en plantaardige kleurstoffen (van geperste orchideeën en rozenblaadjes). Rond 600 voor Christus brachten rijke vrouwen zilver of goud op hun nagels aan. Heel wat eeuwen later, in de 15de eeuw, versierden de Inca’s hun nagels met tekeningetjes van adelaars. Tussen 1800 en 1900 was de manicure zeer populair bij vrouwen: een nagelbadje met citroensap of azijn moest nagels gezond houden. Een tijdlang lakten vrouwen hun nagels vaak in dezelfde tint rood, maar Revlon kwam in 1932 met nieuwe kleuren en soorten nagellak op de markt, geïnspireerd door autolak. Pasteltinten werden hip in de jaren ’60 en de bekende French Manicure stamt uit de jaren ’70. Tegenwoordig bestaat nagellak in alle kleuren van de regenboog en is het lakken van nagels niet alleen meer voorbehouden aan vrouwen.
Prijs en kwaliteit
Er bestaat grote variatie in merken en kwaliteit. Een duurdere nagellak kan wel een week tot 10 dagen blijven zitten en slijt meer geleidelijk aan, waar een goedkopere lak anders slijt en eerder zal gaan brokkelen. Hoe lang nagellak blijft zitten, is echter ook afhankelijk van hoe deze is aangebracht (denk aan een base- en topcoat of slechts één laagje) en hoe intensief handen gebruikt worden. Populaire nagellakmerken – van budget tot het hogere segment – zijn Essence, OPI, Essie, Chanel, Dior, Yves Saint Laurent en Rimmel.
Wat zit er in nagellak?
De samenstelling van nagellak varieert, maar een flesje lak bevat over het algemeen:
• een ‘filmvormer’, meestal nitrocellulose;
• een oplosbare hars (de ‘verharder’) die zorgt voor de aanhechting, glans en dikte van de aangebrachte laklaag;
• een of meer weekmakers om de laklaag flexibel en rekbaar te maken;
• kleurstoff en om de gewenste – al dan niet transparante kleur aan de nagel te geven;
• een ‘solventsysteem’ bestaande uit verschillende oplosmiddelen
(enerzijds voor de nitrocellulose, anderzijds
voor de hars, en eventueel nog andere die enkel dienen
als ‘verdunner’ om de kostprijs te drukken).
Dit kunnen een of meer alcoholen zijn, een of meer acetaten en een aromatische koolwaterstof. Fabrikanten zoeken wel naar alternatieven voor de oplosmiddelen (vluchtige organische stoffen) en maken tegenwoordig ook lakken op waterbasis.
Langere houdbaarheid
Een nagellak moet natuurlijk goed kunnen smeren. Na een aantal jaar kan de lak echter dikker, droger of klonterig worden. Dit wordt niet verholpen door het flesje te schudden of door het spul te mengen met nagellakremover. Houd het flesje liever even tussen je handpalmen zodat de nagellak zich opnieuw kan verdelen en om klonteren tegen te gaan. Klonten zijn ook te voorkomen door nagellak in de koelkast te bewaren.
Lak verwijderen
Nagellak blijft niet eeuwig zitten – en dat is waarschijnlijk maar goed ook. Wanneer het kleurtje op je nagels niet meer mooi egaal is, kan dit worden verwijderd met een nagellakremover. Die zijn er met en zonder aceton. De removers met aceton maken je nagels grondig schoon en maken deze ook minder vettig, waardoor nagellak zich extra goed aan je nagels hecht wanneer je er een nieuw laagje op smeert. Removers zonder aceton zijn extra zacht voor nagels en nagelriemen, dankzij lanoline en glycerine.