Op 16 juni vond het congres De Staat van Zelfzorg in Nederland plaats, georganiseerd door het CBD en De Eerstelijns. Hoe zorgen we in Nederland voor onze eigen gezondheid? Verschillende sprekers lieten hun visie horen en spoorden vooral aan tot actie. “Wacht niet op de zorg maar neem hen mee in een nieuwe beweging.”
Het spits werd afgebeten door het drogistenpanel, bestaande uit DA-ondernemer Gerben Boogaard, tevens bestuurslid van het CBD, Mia Koning, Etos-ondernemer met 5 winkels in Brabant en Josine Hageman, drogist bij Kruidvat en Beste Zelfzorgadviseur 2022. Zij gingen met dagvoorzitter Anna Heijker in gesprek over de meerwaarde van een persoonlijk en deskundig advies en hoe je daarmee verkeerd gebruik van zelfzorggeneesmiddelen en ergere gezondheidsklachten kunt voorkomen. Mia Koning vertelde tevens hoe zij als drogist samenwerkt met de lokale huisarts en fysiotherapeut en geregeld informatiesessies met hen organiseert om duidelijk te maken welke kennis de drogist in huis heeft ter ondersteuning bij kleine kwalen.
Lancering rapport Nivel
Tijdens het congres werd het onderzoeksrapport ‘De staat van zelfzorg en de rol van de drogist’ van Liset van Dijk, programmaleider farmaceutische zorg bij Nivel en bijzonder hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, gelanceerd. Prof. dr. ir. Van Dijk onderzocht hiervoor 12 jaar aan onderzoeksgegevens over zelfzorg. Ze maakte duidelijk welke 11 kleine kwalen bij uitstek onder de zorg van een drogist kunnen vallen en hoe de consument daarmee omgaat. Opvallende conclusies: zelfzorg maakt een steeds belangrijker deel uit van de zorg, de consument vraagt niet vaak zelf om advies bij deze kleine kwalen (1 op de 5 vraagt wel eens wat), maar als zij advies vragen aan een drogist zijn zij zeer tevreden over de deskundigheid. Van Dijk: “De consument overschat zijn eigen kennis over zelfzorggeneesmiddelen, 70 procent denkt dat hij voldoende ervan af weet. Tegelijkertijd denkt slechts 11 procent dat de buurman voldoende kennis heeft van zelfzorggeneesmiddelen, dus de waarheid ligt minstens in het midden.” Uit het onderzoek blijkt dat Nederlanders vooral bij klachten als hoest en hoofdpijn een oplossing zoeken bij de drogist, terwijl we voor huidschimmel en andere huidaandoeningen liever eerst een huisarts bezoeken om zeker te weten of we het zelf kunnen behandelen. Bij klachten als moeheid of koorts wacht de Nederlander eerst af voordat hij advies vraagt aan drogist of arts. Liset van Dijk ziet veel mogelijkheden om zorgkosten te besparen als de juiste zorg op de juist plek wordt gegeven. “De consument weet vaak niet welke adviezen hij kan krijgen bij een drogist of apotheker. Als mensen met kleine kwalen die geen medische interventie behoeven, eerst naar de drogist gaan, kunnen al die drogisterijen wat druk van de ketel halen bij de overbelaste huisarts. De drogist werkt met een sterk kwaliteitssysteem en heeft de kennis in huis om hulp te bieden bij kleine kwalen.” Liset van Dijk geeft aan dat ze nog graag onderzoek wil verrichten naar de effectiviteit van zelfzorggeneesmiddelen en de communicatie tussen drogist en klant.
Zoek het maar uit-mentaliteit
Key note spreker Marcel Levi, bestuurder en internist, geeft op zijn eigen wijze inzicht in de staat van de zorg en zelfzorg. “Ondanks alle ophef en het gezeur over de zorg, leven we in de gouden eeuw van de geneeskunde. Er is momenteel wel een tekort aan zorgprofessionals, we leiden meer zorgmedewerkers op dan ooit, maar velen verlaten de zorg ook. De oplossing moet met name gezocht worden in een andere organisatie. De 80 ziekenhuizen in Nederland verlenen allemaal dezelfde diensten, ze bieden generalistische zorg en nemen zorg op zich die mensen ook thuis of met behulp van een andere professional op kunnen lossen. Alsof je in een sjiek restaurant een broodje hamburger serveert. De ziekenhuizen willen die zorg meer richting huisarts dirigeren; huisartsen raken overbelast en tegelijk staat de apotheker onder druk. Een oplossing is meer zorg naar de nuldelijn, huisartsen zijn te veel bezig met kleine kwalen die mensen ook met behulp van een drogist aan kunnen pakken. Daar zitten mogelijkheden.
Binnen zelfzorg heerst volgens Levi in de politiek echter een ‘zoek het zelf maar uit’-mentaliteit. “Een kwart van de goedgekeurde medicijnen behoort tot zelfzorg en je kan en mag niet verwachten dat de consument daar voldoende van afweet en zich met internet en een digitale tablet aan het schap wel zelf kan redden. Mensen hebben behoefte aan informatie over medicijnen en vinden het lastig om zelf een goede en veilige keuze te maken; dan is persoonlijk, face-to-face contact noodzakelijk. Zelfzorggeneesmiddelen kunnen ernstige bijwerkingen hebben als ze op de verkeerde manier worden gebruikt. Het invoeren van de digitale tablet voor advisering over UAD-geneesmiddelen, waardoor deze in elke willekeurige winkel verkocht kunnen worden, is een slecht idee van het ministerie van VWS. Ik kan met de beste wil van de wereld niet ontdekken welk probleem hiermee wordt opgelost. Het is een typische VWS werkwijze, ze hebben een oplossing voor een zaak waar geen probleem is en hebben nooit een oplossing voor echte problemen. Er zullen eerst weer veel ongelukken moeten plaatsvinden voordat we concluderen dat dit het gevolg is deze verkeerde wetgeving.”
Anders organiseren: het zelfzorgcentrum
Levi begrijpt dat er veel aversie is tegen de invoering van de tablet bij drogisten en apothekers, maar hij zou als drogist de tegenaanval kiezen met een goed voorstel. “De drogist hoort niet per se bij het medische systeem maar zit daar wel dicht tegenaan. Ieder neemt zijn eigen gefragmenteerde zorg voor zijn rekening en ik zie eerder een one stop service. Door bijvoorbeeld samen te werken met de apotheker in een zelfzorgcentrum kun je drogist, apotheker en huisarts nader samenbrengen. Zo kun je de functie van een ander dekken en overnemen. Zorgverleners moeten zich daarin opstellen als een kameleon en samenwerking tussen drogist en apotheker lijkt me een interessante en kostenbesparende eerste zet. Je kunt dan ook gaan denken aan vaccinaties of Covid-testen in de buurt. Ik zie een mooie toekomst voor zelfzorg, maar de politiek gaat daaraan geen bijdrage leveren. Je zult het zelf moeten doen en daar is in het veld de capaciteit voor.” Vanuit de zaal laat een vertegenwoordiger van 113 Zelfmoordpreventie weten dat ook vanuit het oogpunt van medicatiemisbruik meer samenwerking tussen apothekers en drogisterijen heel interessant is. Online wordt de vraag gesteld of Levi het idee heeft dat huisartsen inmiddels meer bereid zijn om met drogisten samen te werken. “Twee jaar geleden zou ik gestuiterd hebben bij deze vraag. Maar het water staat bij huisartsen aan de lippen, ze vinden dat veel zorg niet bij hen thuishoort en ik denk dat je een gewillig oor vindt voor meer samenwerking.”
5 over 12 in de zorg
Huisarts en leefstijlarts Iris de Vries bevestigt de laatste uitspraak van Levi: “Het is 5 over 12 in de zorg. In Nederland zijn er 9,9 miljoen mensen met chronische zorgproblemen en als we hetzelfde blijven doen, verandert er niets. We moeten out of the box denken en samenwerken om de problemen te tackelen.” Iris de Vries pleit ervoor om van het huidige ego-systeem naar een eco-systeem te gaan. “Grote problemen raken ons allemaal, dus we moeten beter beseffen dat we met zijn allen verbonden zijn in een ecosysteem. In de spreekkamer zie ik ook dat veel problemen niet medisch, maar sociaal van aard zijn. Leefstijlgeneeskunde raakt verschillende disciplines, er is een schreeuwend tekort aan leefstijlcoaches en de drogist kan zich verder verdiepen in leefstijl en zo het welzijnsdomein versterken. Ook de zorg beweegt zich in die richting, kijk naar de leefstijlapothekers. Mensen die iets aan hun leefstijl willen doen, zijn nog niet ziek en komen bij de drogist. De drogist zou zich dus niet alleen af moeten vragen hoe zij zich verhoudt tot de zorg, maar ook tot het sociale domein. Ik kijk ook uit naar de resultaten van de Proeftuin, waarin de samenwerking tussen drogist en huisarts wordt onderzocht. Het zou overigens goed zijn als de drogist zich alleen richt op de verkoop van evidence based producten en geen supplementen of andere producten aanbiedt waarvan de werking twijfelachtig is. Daarmee creëer je juist afstand tot de reguliere zorgverleners. Ik gun het de drogist om zich te concentreren op zijn eigen kunde, waarbij ze niet wachten op de zorg maar de zorg juist meenemen in een nieuwe beweging. Ga naar de huisarts toe, geef aan dat je wilt helpen en hoe je een bijdrage kunt leveren. Dan handel je vanuit je eigen kracht.”
Jos Jongstra, directeur van het CBD: “De drogist geeft 65 miljoen gezondheidsadviezen per jaar, over leefstijl, preventie en goed in je vel zitten. We zijn altijd dichtbij, goed opgeleid en bij de gecertificeerde drogist kan de consument een deskundig, gevalideerd advies verwachten. Alleen weet niet elke consument dat. Er zijn dus een hoop uitdagingen. Tijdens dit congres kunnen we veel inspiratie ophalen, ik ben ervan overtuigd dat we door samen op te trekken Nederland een stukje gezonder kunnen maken.”
Dilemma’s in zelfzorg
Hoogleraar gezondheidseconomie Marcel Canoy gaat als laatste spreker in op dilemma’s in zelfzorg. “Geneesmiddelen die niet duur zijn, hoeven niet vergoed te worden. Maar als middelen zoals vitamine D of maagzuurremmers niet vergoed worden, denken mensen wellicht dat het niet nodig is en kan dat bij zorgmijders leiden tot ernstigere problemen zoals maagproblemen of botbreuken. Hoe zorgen we ervoor dat mensen die echt suppletie nodig hebben met vitamine D, dat wel blijven doen? De huisarts, apotheker, wijkverpleegkundige, maar ook de drogist kan daarnaar vragen. Zorgmijders komen wel bij de drogist, die bijvoorbeeld gericht reclame kan maken voor bepaalde doelgroepen.” Het merendeel van de bezoekers ziet hier volgens een stemming een taak weggelegd voor de drogist, in samenwerking met de huisarts die nu eenmaal meer vertrouwen geniet.
Welke ideeën van vanmiddag spraken het drogistenpanel het meeste aan? Mia Koning: “De toekomst ligt in het overleg en dan moeten we ons als gecertificeerd drogist verenigen. Ik wil de barricades wel op!” Josine viel het op dat huisartsen weinig weten over de kwaliteiten van de drogist en hoopt dat dat beter op de kaart kan worden gezet. “Ik ben ook benieuwd hoe filiaalbedrijven als Kruidvat de samenwerking met andere zorgverleners op kunnen zoeken.” Gerben geeft aan dat uit deze middag weer eens blijkt dat investeren in opleiding en deskundigheid belangrijk blijft.
Keuzes maken
Het expertpanel, bestaande uit onderzoeker Liset van Dijk, Ed van de Weerd, ceo AS Watson Benelux en voorzitter van het CBD, IVM-directeur Ruud Coolen van Brakel en Carl Jakobs, programmaleider gezondheidszorg van de Consumentenbond, sluit de middag af. Het valt Carl Jakobs op dat de wens de vader van de gedachte is. “We weten nog niet goed wat groepen consumenten willen en verwachten van de drogisterij. Er is veel potentie, maar dan moeten zelfzorgadviseurs beter communiceren wat zij doen. Richt bijvoorbeeld een meldpunt van good practises op, zodat je gebruik kunt maken van elkaars ervaringen op het gebied van zelfzorg.” Ed van de Weerd vindt dat de drogist nu in moet spelen op het momentum. “De nood bij de huisartsen is zo groot dat we een oplossing moeten verzinnen. Als drogist zijn we te bescheiden over onze rol: doen we er echt toe binnen de zorgketen? Als je luistert naar de sprekers vandaag, kunnen we heel trots zijn op onze rol en de bescheidenheid van ons afschudden.” Ruud Coolen van Brakel onderschrijft de mening van Van de Weerd, maar kan zich ook vinden in de opmerking van Iris de Vries dat de drogist dan ook alleen evidence based producten moet verkopen. “Drogisten zijn steeds deskundiger geworden, maar verkopen ook onzin-producten. Ik vind dat je als bedrijfstak een keuze moet durven maken om sommige producten uit de schappen te halen als je een rol wil spelen binnen de gezondheidszorg. Daag fabrikanten van supplementen bijvoorbeeld uit om meer onderzoek te plegen. Je moet voorkomen dat men je primair ziet als handelaar.”
Wat gaat er na vandaag gebeuren, vraagt dagvoorzitter Anna Heijker tot slot aan het expertpanel. Ed van de Weerd: “Het is duidelijk dat we minder bescheiden moeten worden; zelf in actie komen, de samenwerking opzoeken en de consument met een publiekscampagne nog beter laten weten wat de drogist voor hen kan betekenen. Bij ons verweer tegen de wetswijziging zien we dat we veel medestanders hebben, ook in de eerstelijn en dat geeft energie om deze weg te vervolgen. Door zelf het initiatief te nemen en te blijven investeren in kwaliteit.” Liset van Dijk: “Ik hoop vooral dat alle partijen over hun schaduw heenstappen, in het belang van de burger en de patiënt. Er moet iets gebeuren, dus blijf in gesprek en kom vooral in actie!”
Muzikant Maarten van Veen vat het congres in een lied samen en geeft naderhand nog een ode aan Marten Hummel, oud-directeur van het Centraal Bureau Drogisterijbedrijven die zich meer dan dertig jaar hard heeft gemaakt voor een sterke positie van de drogist.