Op 6 juni vond de tweede editie van het Zelfzorgcongres plaats, waarbij de onderzoeksresultaten van de Proeftuin Zelfzorg bekend werden gemaakt. Zo’n 120 deelnemers waaronder retailers, leveranciers, koepelorganisaties, onderzoekers, bestuurders, drogisten, apothekers en huisartsen waren aanwezig om de resultaten te vernemen.
Met de Proeftuin Zelfzorg is het laatste anderhalf jaar onderzocht of en hoe drogisten, apothekers en huisartsen beter kunnen samenwerken zodat ook bij kleine kwalen de juiste zorg op de juiste plek wordt gegeven. En de consument beter in staat is de juiste beslissingen te nemen met betrekking tot zijn eigen gezondheid. Op die manier kunnen drogisten hun expertise verder benadrukken, de drukbezette huisarts deels ontlasten en de hoogoplopende zorgkosten verminderen.
Zorgpad bij kleine kwalen
Presentator Art Rooijakkers ging tijdens het congres, georganiseerd door het Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD), in gesprek met onderzoekers Liset van Dijk (Nivel) en Patrick Hondsmerk (Ipsos) en CBD-directeur Jos Jongstra over de resultaten van de Proeftuin Zelfzorg. Een uniek onderzoek, benadrukt Liset van Dijk. “Nivel richt zich met onderzoek op de zorg, maar over kleine kwalen of alledaagse aandoeningen was nog niet veel bekend. Toch gaat bijna 17 procent van de consulten bij de huisarts over kleine kwalen die ook met zelfzorg en de drogist opgelost kunnen worden.” Van de mensen die bij de huisarts terechtkomen had een deel nog kunnen wachten (zorgverspilling), maar een deel komt ook te laat en heeft te lang afgewacht of zelf gedokterd (zorgmijding). Van Dijk: “Door het zorgpad van de burger bij kleine kwalen goed in beeld te brengen, kunnen we zorgverspilling en zorgmijding verminderen.”
Patrick Hondsmerk van Ipsos: “Uit onze consumentenonderzoeken blijkt dat een op de vier mensen met kleine kwalen bij de huisarts terechtkomt voor geruststelling en bevestiging. Het blijkt ook dat veel mensen niet goed weten welke kennis en kunde een drogist in huis heeft. Als de rol van de drogist duidelijker wordt, staan huisartsen er zeer positief tegenover om meer zelfzorg bij de drogist neer te leggen. Ook in verband met veilig medicijngebruik: de meeste mensen verwachten dat zelfzorggeneesmiddelen veilig zijn, omdat ze zonder recept verkrijgbaar zijn. Hierdoor verdiepen ze zich nauwelijks in het veilig gebruik. De bijsluiter wordt deels wel gelezen bij het eerste gebruik, maar verder laten de meeste Nederlanders deze links liggen.”
Drogist complementair aan de huisarts
Jos Jongstra overhandigde het eindrapport tijdens het congres aan Jeroen Crasborn, bestuurslid van de Stichting Achmea Gezondheidszorg (SAG), de financier van de Proeftuin Zelfzorg. Crasborn: “Bij de start van de Proeftuin Zelfzorg zag ik de drogist als een winkelier. Totdat ik hoorde dat de drogisten 64 miljoen gezondheidsadviezen per jaar geven met 140.000 doorverwijzingen naar de huisarts. Dan is de vraag hoe een drogist complementair aan de huisarts kan handelen, zeer interessant. Er is grote interesse voor deze rol van de drogist, dat blijkt ook aan de partijen die aan de klankbordgroep van de Proeftuin verbonden zijn zoals de Consumentenbond, Patiëntenfederatie, apothekersorganisatie KNMP, zorgverzekeraar Achmea en huisartsenvereniging NHG.”
Signaleringsfunctie drogist
Het eindrapport van de Proeftuin Zelfzorg concludeert dat de drogist een belangrijke rol heeft in veilige zelfzorg bij kleine kwalen. De onderzoeken geven een uniek inzicht in de interne afwegingen en keuzes van consumenten bij de behandeling van kleine kwalen, de zorgpaden die consumenten nemen en hoe de samenwerking tussen de drogist en de eerste lijn bij kleine kwalen verloopt. Veelbelovende inzichten voor de noodzakelijke versterking van zelfzorg om een bijdrage te leveren aan een toekomstbestendige gezondheidszorg en aan de zelfredzaamheid van de consument. Liset van Dijk: “Er is veel potentie voor de sleutelrol van de drogist, als zowel de consument als de zorgverlener het vertrouwen hebben dat de drogist op een deskundige manier helpt bij kleine kwalen. De drogist heeft een belangrijke signaleringsfunctie als voorportaal van de zorg.”
Fotografie: Jan Buteijn